Elders in de zorgverlening is verslaving nog altijd een onbekend terrein
Het is onze taak om de marginalisering van drugproblematiek tegen te gaan
Op een steenworp van het Centraal Station in Antwerpen bevindt zich het dagcentrum van drughulpverlening De Sleutel. We hebben er afgesproken met Nicolas Watrin en Eline Ockers. Het is er druk. Collega’s duiken elkaars bureau in om advies in te winnen, op de gang wisselen ze ervaringen uit en op een vergadering wordt alle beschikbare informatie over hun cliënten op tafel gelegd. “Schoenen, chocolade, een sigaret of drugs, het zit in de mensen ingebakken om zichzelf te belonen. Omdat we daar niet bewust mee omgaan, helpen we de wereld om zeep.”
- Eline (24) doet individuele begeleiding en oriëntatiegesprekken in het dagcentrum van De Sleutel in Antwerpen
- Vorig schooljaar liep ze er stage tijdens haar opleiding tot klinisch psycholoog
- Ze woont in Gent
- Nicolas (46) is arts en coördinator in het dagcentrum van De Sleutel in Antwerpen
- 17 jaar geleden kwam hij terug van een lange reis in India en reageerde hij op de vacature van De Sleutel, die een arts zocht zonder ervaring
- In zijn vrije tijd sport hij. Hij doet aan yoga en functional training, een vorm van fitness.
Als we in de Dambruggestraat in Antwerpen aankomen, is de deur van het dagcentrum van De Sleutel nog niet open. Afdelingshoofd Anja Opdebeeck laat ons binnen. “Straks gaat het slot van de deur”, vertelt ze. “Elke dag houden we vrije consultaties. Dan kunnen onze cliënten gewoon binnenlopen en meteen in gesprek gaan met een therapeut. Want mensen met een drugproblematiek hebben weinig structuur. Als je hen een vaste afspraak geeft, is de kans groot dat ze niet komen. Het opdaagpercentage ligt maar tussen 65 en 70%.” Beleidsarts Nicolas Watrin en teamlid Eline Ockers zitten in vergadering. Ze analyseren en evalueren alle info over nieuwe cliënten om samen tot een advies te komen over het verdere traject. Er staan nog 5 dossiers op het programma. We nemen intussen plaats in het bureau van Anja. “Onze dienstverlening bestaat uit 3 grote delen: oriëntatie, indicatie en behandeling”, legt ze uit. “Eerst brengen we alles in kaart: hulpvraag, sociaal leven, job of opleiding, woonst, financiën, fysieke en psychische gezondheid. Al die info bespreken we samen. Daarna volgen adviesgesprekken waarin we de verdere stappen afwegen. We kunnen doorverwijzen, bijvoorbeeld naar opname, of binnen het dagcentrum individuele begeleiding of een groepstraject voorstellen. Het doel is om middelenvrij te geraken of om het gebruik sterk onder controle te krijgen en opnieuw een zinvolle dagbesteding te vinden.”
Chocolade en schoenen
De vergadering loopt af en meteen schakelt het team een versnelling hoger. Ieder heeft zijn eigen taak en het huis gonst van de activiteit. Gelukkig weet Anja Eline bij de kraag te vatten. Eline is pas 24, maar heeft heel bewust gekozen om in De Sleutel te werken. “Drugs zijn elke dag aanwezig in onze maatschappij, voor de een subtieler dan voor de ander. Dat thema is dus heel belangrijk, maar toch wordt het vaak naar de achtergrond geschoven. Het is onze taak om die marginalisering van drugproblemen tegen te gaan.” Nicolas komt even poolshoogte nemen. Of hij nog even 5 minuutjes heeft om wat werk te doen. Intussen pikt hij in op wat Eline vertelt. “Weet je. Van nature zoeken mensen naar beloning. Ze kopen schoenen of nieuwe gadgets, eten te veel chocolade, drinken een pint te veel of roken een sigaret. Drugs zitten in diezelfde sfeer. Nadien komt pas de spijt. Maar dat gedrag wordt niet erkend en dan zie je dat we onszelf verliezen. Hoe we met ons verstand moeten omgaan, wordt onderdrukt door onze goesting en onze beloningen. We laten ons heel snel verleiden. Omdat we daar niet bewust mee omgaan, helpen we de wereld om zeep.” Als we vragen wat deze werkplek interessant maakt, moet Eline niet lang nadenken. “Dat ik de vrijheid krijg hoe ik mijn cliënten benader en met hen aan de slag kan zonder autoriteit. Het geeft me een warm gevoel als ik merk dat ik mensen kan helpen en dat er een verandering ontstaat, hoe klein ook. Het is bovendien comfortabel dat ik bij mijn collega’s te rade kan gaan en ervaringen kan uitwisselen. Dat we open kunnen praten, is een enorm voordeel. Zeker in het begin, wanneer je met verhalen wordt geconfronteerd die zwaar wegen of die heel dicht bij je eigen leefwereld komen. Omdat ik nieuw ben, krijg ik supervisie van collega’s. Dat houdt ook in dat ik kan reflecteren over mijn eigen gevoelens en over het werk dat ik lever.”
Onbekend terrein
Eén van die collega’s is Nicolas. Hij schuift een stoel bij, kopje thee in de hand. “In de 17 jaar dat ik hier actief ben, is er al veel veranderd”, vertelt hij. “We zijn geëvolueerd naar een inzichtelijk gespecialiseerd verslavingscentrum. Verslavingszorg is een specialisatie op zich, waarvoor momenteel geen specifieke opleiding bestaat. We hebben stap voor stap expertise opgebouwd. Elders in de zorgverlening is verslaving nog altijd een onbekend terrein.” “Let wel, we doen niet aan gedwongen hulpverlening”, komt Anja tussen. “We doen een aanbod, maar het is aan de cliënt om dat te aanvaarden of niet. We werken wel samen met justitie. Wie in Antwerpen voor het eerst tegen de lamp loopt met drugs op zak, kan kiezen: ofwel een boete betalen ofwel bij ons langskomen voor therapeutisch advies. Wie al eerder veroordeeld werd, kan bijvoorbeeld de maatregel opgelegd krijgen om een begeleiding te volgen. Als die cliënt daarmee instemt, gaan we aan de slag. Het is niet werkbaar als cliënten geen minimale basis van motivatie tonen.” Nicolas knikt. “Niet iedereen is meteen bereid om met alles te stoppen. We moeten daar realistisch in zijn. Cliënten met een zware verslaving kunnen hier dagelijks methadon of een ander vervangmiddel krijgen. Dat heet substitutiebehandeling. Op die manier ondervinden ze minder hunkering, hebben ze geen ontwenningsverschijnselen en ontstaat er meer ruimte om aan de problematiek zelf te werken. Het doel is om dat product af te bouwen, maar bij sommigen kiezen we ervoor om een bepaalde dosis aan te houden, omdat de kans op herval anders te groot is. We zijn goed bezig als we bijdragen aan hun kwaliteit van leven en we focussen op elke positieve stap die we zetten. Ik ben gedreven en gemotiveerd om de cliënten het nodige inzicht te geven, maar als ze een andere weg inslaan, dan moeten we die keuze respecteren”, zeg hij. “Kijk, het is belangrijk om voldoende empathisch te zijn en om betrokkenheid te tonen, maar ik heb geleerd om de knop om te draaien. Dat is voor een stuk ervaring die speelt, maar evengoed ook mijn karakter. Ik vind het wel vermoeiend om elke keer opnieuw het psychisch en emotioneel lijden van mensen te aanhoren. Je mag niet afgevlakt geraken en dat vraagt energie in je hoofd. In dat opzicht zou onze job erkend mogen worden als een zwaar beroep.”
Een soort vriend
In de gang komen we Lotte Simons (26) tegen. Ook zij is hier net gestart. “Het is inderdaad zoeken naar een manier om de verhalen niet mee naar huis te nemen”, bevestigt ze. “Dat lukt me steeds beter, door bewust activiteiten in te plannen na het werk bijvoorbeeld. Je leert hier met de voetjes op de grond te blijven. Een probleem is maar zo groot als de context waarin je het bekijkt.” In het dagcentrum hangt duidelijk een vriendschappelijke sfeer. “Wellicht omdat we heel dicht bij elkaar staan”, zegt Nicolas. “Ik kan hier rustig mezelf zijn, ook naar de cliënten toe. Het gaat er hier niet klinisch aan toe. Daardoor ben ik in staat om goede contacten op te bouwen. Ik zie mijn cliënten heel regelmatig en voor sommigen ben ik een soort vriend geworden. Nadien springen ze nog wel eens binnen, ze sturen een kaartje of slaan een babbeltje als ik hen tegenkom in de stad. Ik voel dat ze heel positief tegenover ons staan.” We zoeken onze weg door het gebouw, naar de straat. Aan het onthaal is Eline intussen al weer druk bezig met telefoons te beantwoorden en papieren te doorsnuffelen. Er zitten 2 mannen in de wachtzaal. Hier stopt het voor ons, maar niet voor hen.