Zoeken

Heeft sport een meerwaarde als non-verbale therapievorm?

Robrecht Keymeulen
Paul De Neve
Thomas Sintobin
Psychiatrie & Verpleging

Sport als middel krijgt steeds meer toegang binnen therapievormen. Sportbeoefening en beweging zijn belangrijk omwille van de positieve effecten op de algemene gezondheid en het welbevinden van elke persoon. Het in de praktijk brengen van die stelling is geen evidentie bij een populatie van personen die kampen met een verslavingsproblematiek. De opzet van dit project is sport hanteren als middel om een gezonde levensstijl te verduurzamen en sport op een structurele manier een plaats geven binnen onze verslavingsprogramma’s. Dankzij projectmiddelen, via de Vlaams minister van Sport Philippe Muyters, kon De Sleutel zich hier twee jaar op focussen.

Een levensstijl waarin alle activiteiten in functie staan van druggebruik willen we ombuigen naar een levensstijl die gebaseerd is op waarden en normen. Daarbij zien we sport als een belangrijk hulpmiddel. De meeste therapieën zijn immers gericht op de expliciete, reflectieve systemen (praten over motivatie, drijfveren). Sport daarentegen richt zich vooral op de eigen impliciete systemen. Naast ‘praten’ is het bij de doelgroep ook belangrijk om dingen te ‘doen’. Het spreekt voor zich dat sport een duidelijk ‘doe’-middel is, een vorm van non-verbale therapie. Op het einde van het programma zouden de deelnemers immers intrinsiek gemotiveerd moeten zijn om een cleane levensstijl te hanteren. Dat betekent dat een clean leven op zichzelf belonend is, waardoor activiteiten die dicht bij gebruik staan, niet meer relevant worden.
 

1.    Inleiding

Sport als middel krijgt steeds meer toegang binnen therapievormen. Sportbeoefening en beweging zijn belangrijk omwille van de positieve effecten op de algemene gezondheid en het welbevinden van elke persoon. Het in de praktijk brengen van die stelling is geen evidentie bij een populatie van personen die kampen met een verslavingsproblematiek. De opzet van dit project is sport hanteren als middel om een gezonde levensstijl te verduurzamen en sport op een structurele manier een plaats geven binnen onze verslavingsprogramma’s. Dankzij projectmiddelen, via de Vlaams minister van Sport Philippe Muyters, kon De Sleutel zich hier twee jaar op focussen.

“Sport en bewegen kunnen binnen een zorgsetting een grote meerwaarde betekenen. Voldoende beweging heeft een positief effect op het fysieke en mentale welzijn. Bovendien kan via sport en bewegen de vrije tijd op een zinvolle manier ingevuld worden. Als dit op een structurele en professionele manier gebeurt, wordt de re-integratie bevorderd”

Een levensstijl waarin alle activiteiten in functie staan van druggebruik willen we ombuigen naar een levensstijl die gebaseerd is op waarden en normen. Daarbij zien we sport als een belangrijk hulpmiddel. De meeste therapieën zijn immers gericht op de expliciete, reflectieve systemen (praten over motivatie, drijfveren). Sport daarentegen richt zich vooral op de eigen impliciete systemen. Naast ‘praten’ is het bij de doelgroep ook belangrijk om dingen te ‘doen’. Het spreekt voor zich dat sport een duidelijk ‘doe’-middel is, een vorm van non-verbale therapie. Op het einde van het programma zouden de deelnemers immers intrinsiek gemotiveerd moeten zijn om een cleane levensstijl te hanteren. Dat betekent dat een clean leven op zichzelf belonend is, waardoor activiteiten die dicht bij gebruik staan, niet meer relevant worden.

2.    Effecten van sport

Sport bezit een aantal belangrijke eigenschappen. Zo werkt sport positief in op de algemene gezondheid en de lichamelijke conditie van een individu. Verder verlaagt sport de stressgevoeligheid, verhoogt het de mentale weerbaarheid en creëert het een positief zelfbeeld. Ook op het sociaal functioneren van een individu heeft sport een invloed. Zo draagt sport bij tot sociale interacties, leert het mensen sociaal aanvaardbaar gedrag vertonen op vlak van fair play, loyaliteit, regelgeving, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen, opmerkingen en gevoelens. Sport leert de mensen samenwerken en draagt bij tot teamvorming. Daarenboven bevordert sport de mobiliteit van mensen en moedigt het mensen aan om grenzen te verleggen. Verder is sport een plezierige en ontspannende activiteit die intrinsiek motiveert. 

3.    Sport en hulpverlening

Bij de start van het project werd enerzijds een literatuurstudie gedaan en werd anderzijds nagegaan welke good practices reeds bestonden binnen dit domein. Er is nog niet veel onderzoek verricht om de invloed van sport na te gaan op verschillende aspecten van verslavingstherapieën.

Er is evidentie dat sport een positief effect zou hebben op diverse zaken (bv. herval, craving, depressie, positief welzijn, enz.) maar dat is nog onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd. Het is wel opvallend dat steeds meer zorginstellingen sport gaan integreren binnen een behandelaanbod en/of tijdens de vrije tijd van cliënten en ex-cliënten. Elk initiatief heeft een iets andere invulling, telkens afhankelijk van de specifieke context van de instelling of organisatie. 

Met dit sportproject spelen we in op het doelgroepenbeleid binnen de beleidsnota Sport (2014-2019) van minister Muyters: “Een breedtesportbeleid streeft naar een kwaliteitsvol aanbod dat voor iedereen toegankelijk is. Om dit te realiseren, voorzien we nodige ruimte om – waar nodig – ondersteuning op maat te bieden. We benadrukken de benefits van actieve sportparticipatie bij andere sectoren zodat ook zij meer het belang inzien om mee te werken aan de doelstellingen van het sportbeleid. Samenwerking met onder andere Welzijn, Gelijke Kansen, Armoede, Cultuur (onder andere in kader van het flankerend participatiedecreet), Inburgering en Integratie is hier een essentiële randvoorwaarde om alle doelgroepen ook optimaal te bereiken.”

4.    Sport en bewegen in De Sleutel: vroeger en nu

4.1    Situatie voor het sportproject + eventuele oplossingen

Voor het ontstaan van het sportproject maakte sport reeds deel uit van de behandelprogramma’s binnen De Sleutel, al was het meer ad hoc en zonder welomlijnde visie. Daarom werd een probleemanalyse uitgevoerd. Om de sportwerking zoveel mogelijk af te stemmen op de noden en wensen van de doelgroep werd een vragenlijst afgenomen bij de cliënten van de verschillende afdelingen van De Sleutel. 

Het analyseren van een probleem is de eerste stap naar de oplossing ervan. Hoewel het verleidelijk is om bij problemen direct over mogelijke oplossingen na te denken, is het veel beter om eerst na te denken over het probleem op zich. Met andere woorden, waarom is de situatie anders dan wat je wilt of verwacht? Wat gebeurt er dat niet zou moeten gebeuren en wat gebeurt er niet wat wel zou moeten gebeuren? Pas na een grondige probleemanalyse kunnen passende oplossingen bedacht worden: welke problemen ondervond De Sleutel om sport aan te bieden aan de doelgroep? Wat volgt, is een opsomming van de moeilijkheden die de sportwerking van De Sleutel in negatieve zin beïnvloedde.

  • Sportinfrastructuur: De Sleutel beschikt niet over de nodige infrastructuur (~ binnen accommodatie) om een duurzame sportwerking uit te bouwen. De ruimtes/lokalen waarover men beschikt zijn vaak te klein en lenen zich niet voor sport (bv. gladde ondergrond). In sommige afdelingen is er zelfs geen ruimte voorzien om te sporten. Ook de afwezigheid van douches en kleedkamers vormt een groot probleem. Gevolg: Om de sportwerking verder professioneel uit te bouwen is het noodzakelijk om op locatie te gaan sporten. Men zal een beroep moeten doen op de sportzalen en -lokalen in de buurt van de afdelingen. Een oplijsting van dergelijke sportzalen en –lokalen is bijgevolg noodzakelijk.
  • Aanbod aan sporten: Het sportaanbod dat geïntroduceerd wordt, is heel beperkt. Dit aanbod beperkt zich hoofdzakelijk tot voetbal, volleybal, basketbal, tafeltennis en fitness. Daarnaast hangt het sportaanbod vaak vast aan personen binnen teams met die specifieke interesse. Bij het wegvallen van die sportieve krachten valt er een leemte. Opportuniteiten bepalen ook het sportaanbod dat geïmplementeerd wordt.Gevolg: het is noodzakelijk om een brede waaier aan sporten aan te bieden volgens een welbepaalde systematiek. Het is de taak van de sportwerking om cliënten tijdens de behandeling met verschillende sporttakken in contact te brengen. Initiatielessen, gegeven door professioneel geschoolde lesgevers (extern), in verschillende sporttakken vormen een mogelijke oplossing voor dit probleem. Enkel zo zal de cliënt kunnen bepalen welke sporttak(ken) hem of haar liggen en kan doorstromen naar reguliere sportclubs gefaciliteerd worden. Een oplijsting van voorkeuren van cliënten betreffende sporttakken en verdere details (i.e., intensiteit, type sport, enz.) is noodzakelijk. 
  • Professionele begeleiding (begeleider vs. lesgever): In verschillende afdelingen zien we heel vaak dat een begeleider ook fungeert als ‘sportlesgever’. De begeleiders zijn daar echter niet voor opgeleid. Die probleemstelling heeft ook zijn aandeel in andere problematieken, namelijk:
  1. Ontstaan van blessures tijdens het sporten: In verschillende afdelingen kampt men vaak met blessures ten gevolge van het sporten. Mogelijke oorzaken van dergelijke blessures zijn grenzeloosheid van de doelgroep (mensen met drugproblematiek), beperkt lichaamsbewustzijn, ‘niet willen onderdoen’ voor de andere (‘image-building’) en ontbreken van sporttechnische feedback.
  2. Gebrekkige opbouw/structuur van een sportmoment: In de opbouw van de sportmomenten ontbreekt vaak een goede opwarming, wordt er tijdens de kern van het sportmoment hoofdzakelijk een wedstrijdje gespeeld en ontbreekt elke vorm van cooling down. Dat is het gevolg van het ontbreken van specifieke know-how die de begeleiders niet hebben. Daarom is men genoodzaakt om met professioneel geschoolde lesgevers te werken die cliënten tijdens het sporten begeleiden. Daarnaast zal het belangrijk zijn om cliënten kennis bij te brengen met betrekking tot veilig sporten (educatie van de doelgroep). Binnen die context zal het ook belangrijk zijn om in educatie/vorming naar de begeleiders toe te voorzien. De Vlaamse trainersschool kan daaraan bijdragen (bv. opleiding bewegingsanimator, zie www.sport.vlaanderen).
  3. Gebrek aan vooruitgang/motivatie: de eenzijdigheid van het aanbod stimuleert cliënten niet om sportieve uitdagingen aan te gaan.
  • Sportuitrusting: Heel wat cliënten beschikken niet over een goede sportuitrusting (i.e. kledij, schoenen, enz.) Gevolg: Om de sportwerking te optimaliseren, kan het belangrijk zijn om in een aantal sportoutfits te voorzien. Belangrijk daarbij is dat de uitrusting niet voorzien wordt met een opschrift van de organisatie. Dat in functie van het bewerkstellingen van het overkoepelende doel, namelijk re-integratie in de maatschappij (~ stempel vermijden).
  • Kenmerken groep: In sommige afdelingen is soms een heel kleine groep aanwezig (bv. 2 à 3 cliënten). Bovendien is het vaak een komen en gaan van cliënten. Dat brengt consequenties met zich mee betreffende de keuze van de sportactiviteiten (~ ploegsporten). Gevolg: Het probleem van instroom dient op een ander niveau aangepakt te worden. Er kan gekeken worden naar alternatieven om de gevolgen van dit probleem met betrekking tot de sportwerking aan te pakken. Samen sporten met andere (sociale) organisaties (bv. buurtsport) kan een oplossing bieden. 

4.2    Focus invulling van het sportproject

Op basis van een probleemanalyse en een bevraging bij de doelgroep hebben we gefocust op een breed sportaanbod met voldoende aandacht voor kwaliteit. We proberen zoveel mogelijk (bekende en minder bekende) sporten aan te bieden. De link met het reguliere sportcircuit moet daarbij steeds aanwezig zijn.

We kozen drie pistes voor de invulling van dit project. Gedurende het project werden enkele aanpassingen gedaan en bleef de sportwerking evolueren. In dit artikel beschrijven we in grote lijnen de inhoud van het implementatieboek (dat werd opgemaakt op het einde van het sportproject). Op de website van De Sleutel (www.desleutel.be) kan u nader kennismaken met het implementatieboek (voorgesteld als goede praktijk). Meer info kan ook verkregen worden via sport.desleutel@fracarita.org

4.3    Uitgewerkte pistes

Hierna volgt een korte beschrijving van de drie belangrijkste pistes. Het is hoofdzakelijk de bedoeling om een breed sportaanbod te hebben, zodat cliënten geprikkeld worden om sport en bewegen te integreren in hun dagelijks leven én die activiteit te gaan zien als zinvolle vrijetijdsbesteding.

  1. Oprichten van een sportclub waarbinnen sportinitiaties met gediplomeerde sportlesgevers plaatsvinden: Dankzij die sportclub kan men erkend worden als stedelijke/gemeentelijke sportvereniging. Daardoor kan men goedkoper gebruik maken van stedelijke sportinfrastructuur, kan men goedkoper gediplomeerde lesgevers inzetten, kunnen subsidies verworven worden en is er een duidelijke sportstructuur die de verankering (zie verder) ten goede komt. Tijdens de sportinitiaties wordt gefocust op een kwaliteitsvol en breed aanbod. De gekwalificeerde sportlesgever houdt een structuur aan van een training in het reguliere circuit (opwarming, kern, toepassen in wedstrijdvormen en cooling down). Voor elke gekozen sport voorzien we in een sportinitiatie die bestaat uit twee of drie opeenvolgende sessies, gespreid over twee of drie weken. Op die manier is er voldoende mogelijkheid voor deelnemers om effectief iets bij te leren. Drie bekende sporten worden gevolgd door één minder bekende sport, zoals tag rugby, free running, korfbal, enz. 
  2. Samenwerking buurtsport (Antwerpen): Sommige buurtsportwerkingen kunnen voorzien in sportinitiaties (zoals hierboven besproken). Voor het dagcentrum van Antwerpen werd een samenwerking opgezet met buurtsport Antwerpen. Die buurtsportwerking voorziet in een sporthal, sportlesgever en het nodige materiaal (en dat aan zeer voordelig tarief).
  3. Sport-Na-School-passen (SNS) voor jongeren: SNS biedt een zeer brede waaier aan activiteiten waaraan jongeren (op vertoon van de SNS-pas) vrij kunnen deelnemen. Het voordeel daarbij is dat er een zeer ruim sportaanbod is en dat het reeds geïncludeerd is in het reguliere sportlandschap.

“De globale balans van dit sportproject was positief. We zijn erin geslaagd om sport professioneler te integreren binnen de therapieprogramma’s. We kunnen echter ook besluiten dat twee jaar onvoldoende is om de drempel naar het reguliere (sport)circuit te verlagen”

Naast die drie pistes werden nog enkele ‘nevenpistes’ uitgewerkt. We kochten sportmateriaal aan. We organiseerden een start to run en sportvoormiddagen in de zomer. We organiseerden een sportevenement ‘Find your KICK’. We speelden in op de wens van het vrouwelijk cliënteel aan de hand van een vrouwvriendelijk sportaanbod (in samenwerking met Sportnetwerk Gent Noord). We werkten samen met Howest (implementatie van een beweegbox op maat) en Thomas More (inzet van studenten Sport en Bewegen). Meer info: zie implementatieboek De Sleutel. 

5.    Link naar het reguliere sportcircuit

Een belangrijk gegeven binnen de sportwerking is om zoveel mogelijk de link met het reguliere sportcircuit te maken. Doel is om cliënten te laten doorstromen naar een regulier sportaanbod/sportclub. Daarvoor is het belangrijk dat sport en bewegen geïntegreerd is in hun dagelijkse leven. Op die manier wordt via sport steeds gewerkt richting een succesvolle re-integratie. Hieronder volgt een beknopt overzicht van enkele initiatieven (een uitgebreid overzicht is opnieuw te raadplegen in het implementatieboek):

  • We kiezen er bewust voor om de sportinitiaties te laten plaatsvinden in stedelijke sporthallen en dat ze gegeven worden door professionele externe lesgevers. We bieden een ‘trainingsstructuur’ aan die gelijkaardig is aan die van een training in het reguliere circuit.
  • Alle sportactiviteiten waaraan deelgenomen kan worden via de Sport-Na-School-pas vinden plaats tijdens de reguliere werking van een sportclub/sportcentrum.
  • Opzetten van een samenwerking tussen Buurtsport Antwerpen en Dagcentrum Antwerpen inzake vrijetijdsbemiddeling. Binnen die samenwerking komt één keer om de twee maanden een vrijetijdsbemiddelaar langs op het dagcentrum voor geïnteresseerde cliënten. De vrijetijdsbemiddelaar gaat individueel een gesprek aan met de cliënt en polst naar de interesses, de organisatorische en financiële mogelijkheden, profiel van de sporter,… Op die manier kan er op zoek gegaan worden naar een aanbod uit het reguliere circuit, op maat van de cliënt. De vrijetijdsbemiddelaar gaat zelfs 1 tot 2 keer mee naar het sportaanbod om de integratie te stimuleren.
  • Via een overkoepelende sportwerking willen we cliënten stimuleren tot deelname aan activiteiten uit het sportcircuit. Die activiteiten worden georganiseerd door reguliere clubs of organisaties en richten zich voornamelijk tot de vrije tijd (~ weekend).
  • Tijdens de zomermaanden is het sportaanbod beperkt en is er in vele organisaties een minimale personeelsbezetting. Daarom zochten we naar alternatieven voor de sportwerking tijdens de vakantiemaanden juli/augustus. Die alternatieven sluiten zo veel mogelijk aan bij het reguliere sportcircuit. In dat kader organiseren we diverse start-to-run-lessenreeksen, sportvoormiddagen, voorzien we in sportinitiaties aan de hand van samenwerkingen met reguliere sportclubs/sportfederaties,…

6.    Belang van verankering/gedragenheid in de organisatie

Een project is steeds tijdelijk. Een belangrijke valkuil van projectwerk is dat de werking wegvalt na het beëindigen van de subsidie.
Het is de bedoeling dat de opgezette sportstructuur gecontinueerd wordt. Daarom zullen een aantal taken van de projectmedewerker overgenomen moeten worden. Het zal belangrijk zijn dat de sportwerking breed gedragen wordt en dat de focus niet verloren gaat. Dit proces én de acties die daarbinnen ondernomen worden, noemen we ‘de verankering’. Hier volgen enkele mogelijkheden om die verankering te verzekeren. Voor een uitgebreidere beschrijving wordt opnieuw verwezen naar het implementatieboek.

  • Integratie van sport en bewegen in de handelplannen: Door sport en bewegen te integreren in de handelplannen wordt het standaard in de programma’s gebracht. Op die manier komt het bij elke interventie opnieuw ter sprake. Dankzij de integratie in de handelplannen wordt dat thema ook bespreekbaar gemaakt.
  • Taakinvulling + interne opvolging: Sport en bewegen moeten binnen een setting breed gedragen worden. Daarom is het belangrijk om iemand binnen dit thema een signaalfunctie te geven. Die signaalfunctie wordt binnen De Sleutel belichaamd door een sportgeoriënteerde begeleider (of sportpromotor). Op die manier is er voor sport en bewegen in elke afdeling een aanspreekpunt en kunnen sportgerelateerde problemen gemeld worden. Om de taken van dergelijke sportgeoriënteerde begeleider duidelijk te omlijnen werd een taakinvulling opgesteld. De goede uitvoering van dat takenpakket kan besproken worden tijdens een functioneringsgesprek en opgevolgd worden tijdens werkoverleggen.
  • Werkgroep sport: Dankzij het voortbestaan van de werkgroep sport (ook na het aflopen van het project), blijft de sportwerking up-to-date en kunnen nieuwe initiatieven gelanceerd worden. Er kan blijvend ingespeeld worden op de specifieke noden van de afdelingen. Belangrijk om te slagen, is dat op voorhand de taken duidelijk verdeeld worden.
  • Extra initiatieven, zoals het opstellen van een prioritair actieplan, opmaken van folders en het up-to-date houden van een intern draaiboek, worden uitgeschreven in het implementatieboek.

7.    Conclusie

De hulpverlening die De Sleutel aan drugverslaafden en hun omgeving aanbiedt, is steeds herstelgericht. Dat wil zeggen dat we niet alleen betrachten dat de verslavingsproblematiek op zich onder controle is. Het houdt ook in dat de ex-verslaafde opnieuw een autonome persoon wordt, een persoon die weer vat heeft op zijn eigen leven, een persoon die in de maatschappij een plaats heeft gevonden waar hij zich goed voelt en waar hij zich kan ontplooien volgens zijn eigen waarden en mogelijkheden. Concreet willen we een levensstijl waarin alle activiteiten in functie staan van druggebruik, ombuigen naar een levensstijl die gebaseerd is op waarden. Daarbij is sport een belangrijk hulpmiddel. 

Kiezen voor een clean leven betekent niet alleen dat je geen middelen meer gebruikt, maar ook dat je kiest voor een andere levensstijl die niet verenigbaar is met gebruik van middelen. Dergelijke cleane levensstijl uitbouwen, vereist dat we veel aandacht besteden aan de manier waarop vrije tijd wordt ingevuld. 

In onze therapieën leren we mensen hun passies (her)ontdekken. We helpen hen een drive vinden voor zaken die ze zelf graag willen doen, die hen ontspannen en ontlading bezorgen. Sport is een belangrijke hefboom om die vrije tijd op een plezierige en ontspannende manier een plaats te geven in het dagelijks leven van onze cliënten. 

Met dit project heeft De Sleutel een geïntegreerd beleid op vlak van sport uitgewerkt. Welke verbindingspunten zien we tussen sport en ons hulpverleningsaanbod? Hoe kan sport bijdragen tot maatschappelijke re-integratie? Hoe kunnen we mensen met een verslavingsprobleem stimuleren zodat ze na een intensief behandelprogramma op een duurzame manier kiezen voor een gezonde levensstijl waarin sport en beweging een belangrijke plaats innemen? 

Enerzijds hebben we het aanwezige sportaanbod binnen De Sleutel geprofessionaliseerd. We werkten diverse pistes uit binnen de verschillende afdelingen. Er werd een duidelijke visie ontwikkeld. Er werden sportinitiaties geïntegreerd binnen de behandelprogramma’s waarbij er samengewerkt werd met gediplomeerde sportlesgevers via Vlabus. Er werden partnerships opgezet met buurtsportwerkingen en hogescholen. Er werd ingezet op vrouwvriendelijke sportaanbod, er werd sportmateriaal aangekocht, er werden start-to-run lessenreeksen opgestart en er werden sportvoormiddagen georganiseerd. 

  1. Dankzij de evaluaties van de sportinitiaties en de feedback van de betrokken afdelingen over de andere initiatieven kunnen we concluderen dat we er in geslaagd zijn om sport professioneler te integreren binnen structurele therapieprogramma’s. Sportactiviteiten die vroeger meer ad hoc, zonder kader en zonder professionele begeleiding gebeurden, vinden nu plaats in een duidelijke context en met een helder doel. De doelgroep ervaart dat sport leuk is. Bovendien blijkt dat een breed en kwaliteitsvol sportaanbod zeer belangrijk is. Dankzij professioneel begeleide initiaties leren de cliënten kennis maken met veel verschillende (bekende en minder bekende) sporten én komen ze in contact met een trainingscultuur vergelijkbaar met die in het reguliere circuit. Dat prikkelt hen én verhoogt de kans tot deelname aan gelijkaardige activiteiten in de vrije tijd. Anderzijds hebben we initiatieven ontwikkeld om drempels weg te werken waardoor de doelgroep vlot aansluiting kan vinden bij het reguliere sportaanbod. Zo leren ze sport op een duurzame manier te integreren in hun levensstijl en binnen hun vrijetijdsbesteding. We probeerden cliënten warm te maken voor sport als zinvolle vrijetijdsactiviteit. Er werd hen kennis en vaardigheden bijgebracht zodat de drempel tot deelname aan reguliere activiteiten lager werd. Er werden sportinitiaties aangeboden in samenwerking met reguliere clubs. Voor de jongerenafdeling werden Sport-Na-School-passen aangekocht. We probeerden cliënten op individuele basis te begeleiden naar een geschikt sportaanbod, alhoewel dat nog niet goed lukte.
  2. We hebben veel ideeën opgedaan, alsook veel initiatieven aangebracht en uitgewerkt. Toch concluderen we dat 2 jaar te weinig is en dat het niet zo evident is om de drempel naar het reguliere (sport)circuit te verlagen. We realiseren ons dat de re-integratie in de samenleving de moeilijkste stap is in dit proces en dat het meer tijd vraagt om dat te bewerkstelligen. De onbekendheid van de doelgroep is relatief groot en weegt ook zwaar. Er moet in de toekomst nog meer ingezet worden op de integratie van sport/bewegen in de alternatieve levensstijl buiten/na de hulpverlening. Dat zal een blijvende inspanning vragen.
  3. Als organisatie hebben we een nieuwe wereld leren kennen. We werden daardoor enthousiaster over sport als non-verbale therapievorm. We kunnen sport beter implementeren binnen het behandelaanbod. Dankzij de organisatie van verschillende sportactiviteiten waarbij alle cliënten van De Sleutel het samen tegen elkaar opnemen, werd duidelijk dat samen sporten mensen echt samenbrengt. Zonder het echt na te streven, werd spelplezier en verbondenheid deel van de bereikte resultaten. Dat is een belangrijk gegeven om sport te promoten als deel van een alternatieve levensstijl.

Bij de uitwerking hebben we gemerkt dat volgende zaken kritische succesfactoren zijn: 

  • De ondersteuning van het nieuwe project door de volledige organisatie en door de directie. 
  • Een projectmedewerker met diploma Lichamelijke Opvoeding 
  • Een goed uitgeschreven visie is van cruciaal belang 
  • Een sportpromotor per afdeling die fungeert als aanspreekpunt. Die sportpromotoren vormden (samen met enkele centrale beleidsmensen) de interne werkgroep die zorgt voor afstemming en verankering.
  • Een externe stuurgroep, daarmee werd expertise van verschillende domeinen gelinkt aan dit project, waardoor een kwalitatieve uitwerking verzekerd werd. Bij het sportproject van De Sleutel werden onder andere volgende organisaties/personen betrokken: Psylos (sportfederatie in de GGZ), vakgroep bewegings- en sportwetenschappen van UGent (Prof. Greet Cardon), departement CJSM en directie van De Sleutel.
  • De cliënt staat centraal. Bij het begin van het project werd een vragenlijst ingevuld door de cliënten. Dankzij de analyse van die resultaten kon de methodiek zo goed mogelijk uitgewerkt worden op basis van de behoeften van de doelgroep. Tijdens de voortgang van het project kregen de cliënten op regelmatige basis mogelijkheid om bij te sturen via het invullen van feedbackformulieren en tevredenheidsenquêtes.
  • Om de opgezette initiatieven na het project te continueren in de toekomst, is het van cruciaal belang dat er wordt ingezet op de structurele verankering van de bereikte resultaten. 

8.    Toekomst

Zoals eerder vermeld is twee jaar te kort om de drempel naar het reguliere circuit te verlagen en dat constructief in te bedden binnen de werking van de organisatie. We hebben reeds tools en acties aangereikt, maar hebben ook verder kunnen nadenken over de optimale situatie. Om de link met het reguliere circuit te verbeteren, lijkt het zinvol om een intermediaire stap (tussen sportinitiaties binnen het behandelprogramma en toetreden tot het reguliere circuit) te voorzien. Daarbij denken we aan het oprichten van een omnisportclub. Zowel cliënten in behandeling als ex-cliënten als vrienden en/of familie moeten daar terecht kunnen om samen te sporten. Cliënten maken er reeds kennis mee tijdens hun opname in De Sleutel en hebben de kans om (als deel van nazorg) lid te blijven zolang ze willen. (Ex-)cliënten zouden daarbij ook (als vrijwilliger) deel van de clubstructuur moeten kunnen worden.
Om een cleane levensstijl te behouden, is naast vrije tijd ook werk een zeer belangrijk gegeven. Werk hebben betekent niet alleen over een legaal inkomen beschikken. Het is ook een belangrijk element in zingeving. Om dat te kunnen, moet je wel over passende attitudes en competenties beschikken. Sport laat toe om een aantal van die competenties te trainen. Vandaar dat kansengroepen die geïnteresseerd zijn om hun kansen op passende tewerkstelling te verbeteren, baat kunnen hebben bij een adaptatie van dit sportproject. Dat betekent dat de nu ontwikkelde methodiek ook aangepast en geïntegreerd moet worden naar toeleidingsprogramma’s naar werk (bijvoorbeeld de activerende werkvloer van maatwerkbedrijven). We hebben grote zin om die uitdaging aan te gaan!
 

Literatuurlijst

Abrantes, A.M., Battle, C.L., Strong, D.R., Ing, E., Dubreuil, M.E., Gordon, A.RN. & Brown, R.A. (2011). Exercise preferences of patients in substance abuse treatment. Ment Health Phys Act. 4(2), 79 – 87.
Beynon, C.M., Luxton, A., Whitaker, R., Cable, N.T., Frith, L., Taylor, A.H., Zou, L. & Angell, P. (2013). Exercise referral for drug users aged 40 and over: results of a pilot study in the UK. Bmj Open. 3.
Booth, M.L., Bauman, A., Owen, N. & Gore, C.J. (1997). Physical Activity Preferences, Preferred Sources of Assistance, and Perceived Barriers to Increased Activity among Physically Inactive Australians. Preventive medicine. 26, 131 – 137.
Brown, R.A., Abrantes, A.M., Read, J.P., Marcus, B.H., Jakicic, J., Strong, D.R., … (2011). A Pilot Study of Aerobic Exercise as an Adjunctive Treatment for Drug Dependence. Ment Health Phys Act. 3(1), 27–34.
Buchowski, M.S., Meade, N.N., Charboneau, E., Park, S., Dietrich, M.S., Cowan, R.L. & Martin, P.R. (2011). Aerobic Exercise Training Reduces Cannabis Craving and Use in Non-Treatment Seeking Cannabis-Dependent Adults. PLoS ONE. 6 (3).
De Sleutel (2015). Implementatieboek sportproject. Gent. 78 pp.
Kremer, D., Malkin, M.J., & Benshoff, J.J. (1995). Physical Activity Programs Offered in Substance Abuse Treatment Facilities. Journal of Substance Abuse Treatment. 12 (5), 327 – 333.
Nealea, J., Nettletonb, S. & Pickeringa, L. (2011). Heroin users’ views and experiences of physical activity, sport and exercise. International Journal of Drug Policy. 23, 120 – 127.
Nøkleby, H. & Skårderud, F. (2013). Body Practices Among Male Drug Abusers. Meanings of Workout and use of Doping Agents in a Drug Treatment Setting. Int J Ment Health Addiction. 11, 490 – 502.
Roessler, K.K. (2010). Exercise treatment for drug abuse – A Danish pilot study. Scandinavian Journal of Public Health. 38, 664 – 669.
Stammes, R. & Spijker, J. (2009). Fysieke training bij depressie; een overzicht. Tijdschrift voor psychiatrie. 51 (11), 821 – 830.
Zschucke, E., Heinz, A., & Ströhle, A. (2011). Review Article: Exercise and Physical Activity in the Therapy of Substance Use Disorders. The ScientificWorld Journal, 19p.
 

Image
Beeleke Bredero is kinesist en bewegingstherapeut bij Alexianen Zorggroep Tienen
Beeleke Bredero
Beeleke Bredero is kinesiste en psychomotorisch therapeute (PMT). Mijn job bestaat erin om mensen zich bewust te laten worden van hun gedachten en emoties door middel van beweging en specifieke oefeningen in groepsverband.” “In totaal zijn we met een team van 8 personen. Ik ben de enige variabele ...
Image
Image
Eline Ockers en Nicolas Watrin
Op een steenworp van het Centraal Station in Antwerpen bevindt zich het dagcentrum van drughulpverlening De Sleutel. We hebben er afgesproken met Nicolas Watrin en Eline Ockers. Het is er druk. Collega’s duiken elkaars bureau in om advies in te winnen, op de gang wisselen ze ervaringen uit en op een ...
Gerelateerde wetenschappelijke artikels
De ‘gezondheidstrend‘ is niet meer weg te denken in zowel onze persoonlijke als professionele wereld. Ook de specifieke trend rond bewegen is populair. De duizenden ‘Start to Run’-adepten bewijzen dat. Verbetering in fysieke parameters zoals ...
Pilootonderzoek naar de effecten van een bewegingsprogramma op fysiologisch en psychologisch vlak bij residentieel opgenomen patiënten met een middelenafhankelijkheid.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte