Broers of zussen van jongeren met een beperking (kortweg ‘brussen’) kampen met allerlei moeilijkheden. Er is soms een zekere schaamte. Er is soms onbegrip. Brussen beleven het allemaal thuis, maar sparen dikwijls hun ouders. Die hebben immers hun handen vol met zorgen. De broer of zus zonder beperking zet zich op de tweede plaats. Drie jaar geleden zijn we daarom een brussengroep opgestart. Brussen van leerlingen met een matige tot ernstige mentale beperking die bij ons school lopen, krijgen de kans om deel te nemen aan een drietal activiteiten per schooljaar. Tijdens de jaarlijkse inleefnamiddag wonen ze de dagactiviteiten van hun broer of zus bij en maken zo kennis met een schooldag in het buitengewoon onderwijs. Andere activiteiten, zoals samen iets eten, een concert meepikken of een film kijken, zijn er voor hen alleen. Tijdens zulke momenten komen de gesprekken op gang. Brussen zitten met veel vragen over de toekomst: ‘Wat als onze ouders er niet meer zijn?’ We geven ze de kans om te ventileren en hun zorgen uit te spreken. Ze vinden steun bij elkaar. Sinds 2018 ontvangen we als enige school structurele steun van de Koning Boudewijnstichting, naast de 21 andere pilootprojecten rond brussen die in de prijzen vielen. We werken nauw samen met Tineke Moyson, die in het verleden onderzoek deed naar brussen binnen de Hogeschool Gent en een brussenkamp organiseert. De brussen bereiken we via brieven, de schoolwebsite, onze Facebookpagina en gerichte e-mails. En we bereiden momenteel een welkomstboekje voor dat we vanaf volgend schooljaar meegeven aan de ouders bij inschrijving aan de school. Want ons doel is om alle brussen te bereiken die er nood aan hebben.